Taal:
Luisteren: Ik kan een instructie (handen wassen) uitvoeren. Daarbij luister ik aandacht naar elke stap.
Spreken: Ik kan een instructie (handen wassen) duidelijk voorlezen.
Schrijven: Ik kan een instructie (een reglement voor op school) bedenken en op schrijven.
Spelling:
Werkwoordspelling: de stam (ik-vorm), de infinitief (wij-vorm)
Wiskunde:
Herhalingsles ter voorbereiding op de toets.
Getallenkennis: We leerden tot 10 000 ordenen van groot naar klein, rangschikken op de getallenas en noteren in de positietabel.
Cijferen: Optellen en aftrekken tot 10 000
Metend rekenen: Herhaling kilogram en gram. Hoeveel gram is 1/2 kg en 3/4 kg
Wereldoriëntatie:
thema 'Een kaart op zak'
Godsdienst:
Afwerking thema 'Gert geweten'